Liturgie eerstkomende kerkdienst
Zondag 7 December - 10.00 uur
Ps. 34: 10
Ps. 81: 4
Schriftgedeelte: Genesis 21: 1-21
Ps. 89: 2, 13 en 14
Ps. 105: 5 en 6
Ps. 87: 3 en 4
H.C. zondag 27 - Tekst: Genesis 21: 4
Thema: Begrepen in het verbond
- Als opdracht aan de ouders (vers 4a)
- Als bevel van God (vers 4b
Vragen:
1. Welke twee keer (en hoe) heeft Sara gelachen?
2. Wat betekent de naam Izak?
3. Wat gebeurde er bij de besnijdenis? Wat betekende dit?
4. Zowel de besnijdenis als de doop wijzen (ook) op de dood. Hoe?
5. Wat is de besnijdenis die "zonder handen" gebeurt (Kol. 2: 11 en 13)?
6. Hebt u/jij de doopkaart nog? Zoek hem eens op. En zet de datum van de doop in uw/jouw agenda, om er elk jaar aan te denken.
7. Hoe kan de bediening van de doop meer geloofszekerheid geven (zie vraag en antwoord 73)?
8. Welke dingen die niet letterlijk in de Bijbel staan, worden toch door de christelijke kerk onderhouden?
9. Mag je onbekeerd je kind laten dopen? Of andere dingen doen?
10. Moeten ook adoptiekinderen gedoopt worden? En pleegkinderen? Wanneer wel/niet?
11. Waarom is het zo erg als iemand de kinderdoop afwijst en zich laat overdopen? Wat zegt die persoon daar eigenlijk mee?
12. Wat is Gods verbond eigenlijk? Wat is een ander woord voor 'verbond'?
13. Waarom zijn er "tweeërlei kinderen van het verbond" (denk aan Ismaël, of aan Ezau!).
14. In de preek staat dat God door onze doop tegen ons zegt: "Kom, je bent toch gedoopt? (...) Zou je Mij niet willen dienen?" Hebt u/heb jij zó wel eens over de doop gedacht? En Gods roep opgevolgd?
Middagdienst 15.00 uur
Lofzang van Maria: 1, 3
Ps. 81:12, 13
Schriftgedeelte: Ezechiël 17
Lofzang van Zacharias 1, 3, 4
Ps. 84:2
Lofzang van Simeon:2
Vragen bij de preek
1. Wat wil je van de preek onthouden?
2. Kun je iets meer vertellen over wie Ezechiël was?
3. Hoe merk je in dit hoofdstuk dat Ezechiël een priesterzoon was?
Tip: denk aan hoe belangrijk de tempel is voor Ezechiël.
4. Koning Zedekia brak zijn woord naar de koning van Babel. Vind jij dat je je woord mag breken? Hoe betrouwbaar ben jij?
5. Lees vers 22. De HEERE Zelf neemt een takje uit een hoge cederboom. In dat vers is de Heere Jezus als een Takje.
Waarom mag je bij die hoge cederboom uit vers 22 aan de hemel denken?
Waar denk jij aan bij de hemel?
6. Waarom vergelijkt de profeet Ezechiël de Heere Jezus met een klein, ‘teer’ Takje?
7. Wat betekent het dat dat kleine Takje tot een grote Boom wordt?
8. Wat maakt de boom die uit dat takje groeit aantrekkelijk voor allerlei vogels?
Ervaar jij de kerk als een plaats waar mensen zijn veilig zijn?
Wat maakt ons echt veilig?
9. Heb jij een vogel waarmee jij je het liefst vergelijkt?
Tip: denk aan een arend, of een mus, of een zwaluw uit de Bijbel. Of aan een andere vogel.
Parkeren Citadel
Morgendienst: open
Middagdienst: gesloten